Al even geleden, op 23 november 2018, kwam het berichtje van de NOS voorbij dat “lageropgeleiden meer helpen in hun omgeving”. Ik heb het al die tijd bewaard en een paar keer rondgestuurd onder de andere ‘Zorgvrijstaters’. Ik vond dat we er een blogje aan moesten wijden. Waarom eigenlijk? Ik denk om aandacht te schenken aan mensen die zelf geen aandacht (kunnen) opzoeken en daardoor misschien niet gezien of gehoord worden, maar die wel van onschatbare waarde zijn. Ik werd heel blij van dit berichtje. Het bevestigt wat we zien in onze buurten. We laten het de beleidsmakers en andere ‘hoge heren en dames’, al dan niet met professionele rol in de wijk, vaak weten: er wordt ‘achter de schermen’ en ‘onder de radar’ heel veel voor elkaar gezorgd. Dat je het niet ziet of er niet over hoort, wil niet zeggen dat het er niet is. Dat klinkt heel logisch, maar het wordt toch vaak betwijfeld en bediscussieerd.
Zorgen voor elkaar
De hele discussie over het ‘zorgen voor elkaar’ is begonnen bij de opdracht van de overheid aan de samenleving. De zorgkosten nemen al jaren fors toe. Het grootste deel van ons belastinggeld gaat naar onze (collectieve) zorg. Om die kosten beheersbaar te kunnen houden, vraagt de overheid burgers om meer voor elkaar te zorgen. En (indirect) om minder gebruik te maken van (dure) zorgvoorzieningen. Een terechte vraag, vind ik. Los van de vraag van de overheid, vinden veel mensen het vanzelfsprekend om voor elkaar te zorgen. Dat blijkt uit het nieuwsbericht. Stelde onze overheid eigenlijk wel de goede vraag? Het knelpunt zit ‘m er niet zozeer in dat mensen niet bereid zouden zijn om voor elkaar te zorgen. Waar knelt het dan wel?
Zelfregie en de kracht van collectiviteit
De vraag die wij onszelf altijd stellen is: wat is er voor nodig om méér voor elkaar te kunnen (blijven) zorgen? Dan stuit je al snel op ingewikkelde dingen waar de overheid nog geen passende oplossingen voor heeft. Zorgen voor elkaar in Nederland betekent dat je in staat moet zijn om je door ongelooflijke bergen bureaucratie heen te kunnen worstelen. Je moet dus op z’n minst beschikken over de juiste kennis en vaardigheden. En je hebt nogal wat uithoudingsvermogen nodig. Met alleen naastenliefde kom je er helaas niet. Je hebt ook mensen om je heen nodig die je de weg kunnen wijzen in de chaos van wet- en regelgeving en het aanbod van al die verschillende (zorg)instellingen. Mensen die je goed kunnen uitleggen welke opties je hebt, zodat je zelf beter kunt bepalen welke zorg het best bij je past. Mensen die jou steun kunnen bieden als je voor iemand zorgt en/of zelf even vastloopt. Wij geloven dat mensen gebaat zijn bij meer regie over hun eigen zorg en welzijn (je weet meestal zelf heel goed wat wel of niet werkt) en de kracht van collectiviteit, samen invloed kunnen uitoefenen op (wijk)zorg.
Kom kijken in de wijken
Dus, beste overheid, weet dat er genoeg mensen zijn die iets voor een ander willen betekenen. Er zijn genoeg rapporten over geschreven. Er zijn verschillen tussen lager- en hogeropgeleiden, maar vrijwel iedereen beschikt over een bepaalde mate van zorgzaamheid. Er is veel potentieel. Dat is echter alleen aan te boren als mensen niet te veel belemmeringen ervaren in de zorg voor een ander. En diezelfde burger kan ontzettend goed uitleggen wat nodig is. Leg je oor te luister, kom kijken in de wijken en draag je (zorgzame) steentje bij.