Uitvindersbrigade ‘Het Zal Werken!’ is een vrijwilligersorganisatie. We verrichten kleine woningaanpassingen waardoor mensen langer zelfstandig kunnen wonen en die vaak niet via Wmo, woningcorporaties of het eigen netwerk geregeld (kunnen) worden. Daarover hebben we afspraken met gemeente en woningcorporaties. Zij leggen vragen – geen opdrachten – aan ons voor, waar ze zelf niet van zijn; zoals wandbeugels in toiletten monteren of oplossingen voor drempels en opstapjes verzinnen. Als tegenprestatie storten zij een bedrag in ons ‘Gedoe Afkoop Garantie’-fonds. Dat is voor mensen die de aanpassingen zelf niet kunnen betalen.
Willen of moeten
We doen wat we doen omdat we dat willen, niet omdat het moet. Een verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Hoe belangrijk dat is bleek wel toen een van de corporaties, overigens met de beste bedoelingen, een artikel over ons plaatste in haar huurdermagazine. Daarin werden we aangeboden als service van de corporatie en was voor veel mensen niet duidelijk dat we een vrijwilligersorganisatie waren. Het gevolg was dat mensen dachten dat ze ‘recht’ hadden op hulp door ons en daar ook eisen aan gingen stellen. Het heeft ons laten inzien dat ‘voldoening’ onderdeel is van ons verdienmodel. We kunnen het werk op deze manier doen, omdat we het zinvol en leuk vinden. Als we alleen maar een goedkope oplossing zijn, halen we er geen voldoening meer uit.
Autonomie
Onze autonomie is iets waar we voortdurend scherp op moeten blijven: hoe kunnen we samenwerken met instituten zonder zelf een instituut te worden? Zonder dat wat we doen teveel op echt werk gaat lijken? Als het echt werk wordt, moet het ook echt betaald worden en dan wordt het plaatsen van een eenvoudige wandbeugel al snel te duur. Het is niet voor niks dat juist op dit soort voorzieningen is bezuinigd.
Reactietijd
Iets soortgelijks gebeurde een aantal jaren later rond de reactietijd. Na een jaar samenwerken met de corporaties bleek dat vooral de afstemming met gemeente, corporaties en bewoners over de uitvoering van klussen veel tijd en kennis kostte. Dat was eigenlijk niet als vrijwilligerswerk te beschouwen. We spraken af dat deze werkzaamheden betaald zouden worden. Daarmee werd de deur echter opengezet voor eisen. Na een tijdje wilde één van de corporaties afspraken maken over de reactietijd. Hoe snel konden we contact opnemen met een bewoner als een aanvraag binnenkwam? Schoorvoetend spraken we af dat we zouden proberen om binnen 2 weken te reageren. De corporaties lieten dat aan hun huurders weten. (het is immers niet fijn als iemand lang in onzekerheid blijft zitten na een vraag). Vaak weten we die termijn ook wel te halen. Maar afgelopen zomer kwamen er ineens veel vragen en ook best complexe vragen bij ons binnen en lukt het niet. De corporaties kregen klachten, ook dat is begrijpelijk.
Even wachten
Het lastige is dat we pas contact opnemen met mensen als we de klus inplannen. Klussen plannen we – als kleine vrijwilligersorganisatie – niet ruim van tevoren in. Dat roept de volgende vraag op: moeten we mensen voortaan bellen om door te geven dat we hun aanvraag hebben ontvangen, en dat we snel contact opnemen voor het maken van een afspraak? Op zich lijkt dat een kleine stap, maar voelt alsof we nog verder het systeem worden ingezogen. Dat heeft waarschijnlijk alles te maken met onze keuze om het coördineren betaald te gaan doen. Zullen we dat dan nog maar eens goed onder de loep nemen?
En laten we intussen blijven hameren op het feit dat we een vrijwillige klussendienst zijn. Bewoners hebben daar waardering voor, zelfs als ze er even op hebben